Besturingssysteem: Windows woordenboek - Computerwoorden.nl: Een begrip in de ICT!
computerwoorden.nl
Besturingssysteem: Windows woordenboek
Printlijst:
Home | Sitemap | Zoektips |

Windows

PAG

  • Prescriptive Architecture Guides
Aantal gidsen van Microsoft voor de systeembeheerders.

Paging

  • Demand paging
Het bufferen van pages uit het werkgeheugen op een vaste schijf, zodra de gegevens op de page niet voor het programma nodig zijn. Als de CPU de gebufferde gegevens nodig heeft, wordt de hele page weer in het werkgeheugen gelezen, terwijl een niet-benodigde page wordt gebufferd. Op deze manier kan een grotere virtuele adresruimte woden gecreëerd dan fysiek voorhanden is.
Onder Windows NT/XP/2000 kun je zelf de grootte van de pagefile instellen.
Onder Windows NT/XP/2000 kun je zelf de grootte van de pagefile instellen.

Panning

Bij panning wordt als het ware een camera over de totale Windows-sessie bewogen. De gebruiker ziet alleen dat deel van de sessie waar de 'camera' boven hangt.

Parent

Een object dat verbonden is met childobjecten die zich hiërarchisch onder het object bevinden.

Parent domain

Een Windows 2000 domain dat andere domains onder zich heeft in de DNS (Domain name service) namespace. Bijvoorbeeld bedrijf.nl is de parent domain van admin.bedrijf.nl.

Pariteit

In Windows betekenen stripesets met pariteit dat er één aanvullende pariteitsstripe per rij is. Daarom moet u ten minste drie (en geen twee) schijven gebruiken om in deze extra pariteitsinformatie te voorzien. Pariteitsstripes bevatten de XOR (de Booleaanse bewerking die exclusieve OR wordt genoemd) van de gegevens in die stripe. Windows NT Server gebruikt bij het hergenereren van een beschadigde schijf de pariteitsinformatie in deze stripes samen met de gegevens op de goede schijven om de gegevens op de beschadigde schijf te herstellen.

Partitie

Een deel van de Active Directory-naamsruimte (namespace), die alle objecten voor een bepaald domein bevat.

Patchdinsdag

  • Patch Tuesday
Tweede dinsdag van de maand, de dag waarop Microsoft (beveiligings)patches beschikbaar stelt om bepaalde lekken te dichten en de software te updaten. Microsoft krijgt vaak kritiek over dat de patches vaak veel later worden gedistribueerd dan wanneer de exploits bekend worden gemaakt. Microsoft wil de patches zo goed mogelijk testen, zodat ze er bijna honderd procent van zeker zijn dat de patches niet meer schade veroorzaken dan dat ze moeten herstellen.
De berichtgevingen van de patches worden via beveiligingsbulletins gedaan.
De berichtgevingen van de patches worden via beveiligingsbulletins gedaan.

Per Seat-licentiëring

Licentiemethode bij Microsoft Server-besturingssystemen, zoals Windows 2000 Server. Per Seat-licentiëring houdt in dat elke client een eigen licentie heeft en dat elke client net zoveel servers kan benaderen als nodig is. Als de gebruikers meer dan één server bezoeken, moet u Per Seat-licenties aanschaffen. Stel, u hebt tien gebruikers en twee servers met Per Seat-licenties, dan hoeft u alleen tien clientlicenties aan te schaffen, de zogenoemde Client Access Licenses (CALs). Als u in dit geval Per Server-licenties zou gebruiken, zou u voor elke server tien licenties moeten aanschaffen.

Per Server-licentiëring

Licentiemethode bij Microsoft Server-besturingssystemen, zoals Windows 2000 Server. Met Per Server-licentiëring specificeert u het totale aantal netwerkverbindingen dat met de server kan worden gemaakt. U kiest voor Per Server-licentiëring als uw gebruikers slechts één server tegelijk benaderen. Als u bijvoorbeeld een netwerk hebt met tien gebruikers en één server, is een Per Server-licentiëring voordeliger dan Per Seat-licentiëring.

Performance Logs and Alerts

Met het hulpprogramma Performance Logs and Alerts kunt u logbestanden met prestatie-gerelateerde gegevens configureren (tellerbestanden en zoekbestanden) en kunt u waarschuwingen genereren die gebaseerd zijn op prestatiegerelateerde gegevens. U kunt de logbestanden bekijken met het hulpprogramma System Monitor of met database- of spreadsheetprogramma's.
Perfomance Logs and Alerts in Computer Management.
Perfomance Logs and Alerts in Computer Management.

Performance Monitor

  • Prestatiemeter
Wordt automatisch geïnstalleerd tijdens het installeren van Windows. Met dit hulpprogramma kunt u de prestaties van servers en netwerken meten. Daarnaast kunt u real-time grafieken en rapporten maken. U kunt de prestatiemeter starten door achtereenvolgens te klikken op Start à Programma's à Systeembeheer (Algemeen) à Prestatiemeter. (Start à Programs à Administrative Tools (Common) à Performance Monitor). De prestatiemeter kan een aantal netwerkgebeurtenissen vastleggen, waaronder het totaal aantal bytes dat elke seconde wordt overgebracht, het aantal keren dat een TCP/IP-verbinding mislukt, het aantal IP-datagrammen dat wordt ontvangen en het aantal ICMP-berichten per seconde. Hoewel Prestatiemeter een handig probleemoplossend programma is, moet u in gedachten houden dat het programma het systeem belast. Daarom kunt u het programma beter niet uitvoeren op een server, maar op een andere Windows-computer op het netwerk.

Permissies

  • Permissions
Via een systeem van permissies worden rechten tot bestanden, printers en andere objecten in een Windows-netwerk verleend. Permissies regelen zeer specifiek het toegestane toegangsniveau voor elke gebruiker of groep gebruikers.

Persoonlijke groepen

In de lijst met programma's in het menu Start is dit een programmagroep die u hebt aangemaakt. Persoonlijke groepen worden samen met uw aanmeldingsinformatie opgeslagen en telkens wanneer u zich aanmeldt, worden uw persoonlijke groepen weergegeven.

Physical Address Extension

Intel heeft in de nieuwere versies van zijn processoren (1999) een eigenschap ingebouwd die Physical Address Extension heet. Dit van Alpha processor geleende idee maakt de 32 bits processor een 36 bits variant. Dit lijkt een klein verschil, maar zorgt ervoor dat tot 64 GB kan worden aangestuurd, zestien maal zoveel dus. Windows 2000 Advanced Server en Datacenter Server kunnen van deze 36 bits functionaliteit gebruik maken.

Pictogram

Een kleine afbeelding die op het scherm wordt weergegeven om een object (bijvoorbeeld een programma of document) aan te geven waarmee de gebuiker kan werken. Op het bureaublad staan standaard een aantal pictogrammen waarmee programma's snel kunnen worden opgestart. De gebruiker kan hier zelf eventueel pictogrammen aan toevoegen.

Pictogram van programma-element

Een toepassing, accessoire, of document dat in het menu Start of op het bureaublad als een pictogram wordt voorgesteld.

PIF

  • Program Information File
File die door Windows gebruikt wordt om extra informatie aan een programma of een batch-file toe te kennen. Hierin staat wat voor video het programma nodig heeft, hoeveel geheugen, of het in de achtergrond kan draaien, etcetera.

PKI

  • Public Key Infrastructure
PKI, ofwel Public Key Infrastructure, is de technologie die het mogelijk maakt elektronische handtekeningen te plaatsen en jezelf te identificeren op het internet. Het werkt met digitale certificaten, certificate autoriteiten en andere registratie autoriteiten die bij een elektronische transactie de validiteit van iedere partij kunnen verifiëren.

Plug & Play

  • PnP
  • Plug and Play
Technologie die het aansluiten van nieuwe hardware op de computer eenvoudiger maakt. Windows 9x ondersteunt Plug & Play met een Installatie 'wizard' (tovenaar). Deze wizard herkent aangesloten apparatuur en helpt bij het configureren.

Plug-and-Play ondersteuning Windows

De Plug-and-Play ondersteuning van Windows behelst het volgende:
  • Automatische, dynamische herkenning van geïnstalleerde hardware.
  • Automatische brontoewijzing (of, indien nodig, een nieuwe toewijzing).
  • Vaststelling van het juiste stuurprogramma (driver) dat ingelezen moet worden om de hardware te ondersteunen.
  • Ondersteuning van de interactie met het Plug-and-Play systeem.
  • Ondersteuning van de voorzieningen voor energiebeheer.

PMC

  • Portable Media Center
Een videospeler uitgerust met een aangepaste versie van Microsoft Windows Mobile, die is geoptimaliseerd voor de weergave van audio en video. De gebruikersinterface komt in grote mate overheen met Windows XP Media Center-besturingssysteem.

Pnp

  • Plug & Play
Technologie die het aansluiten van nieuwe hardware op de computer eenvoudiger maakt. Windows ondersteunt Plug & Play met een Installatie 'wizard' (tovenaar). Deze wizard herkent aangesloten apparatuur en helpt bij het configureren.

Policy

  • Beleid
Policy is een lijst met regels (registrywijzigingen) die op het userprofile of systemprofile worden uitgevoerd op machine-, gebruikers- of groepsbasis.

Policy-based

Een reeks regels waarmee is vastgelegd hoe verschillende netwerkfuncties worden uitgevoerd.

POSIX-subsysteem

  • Portable Operating System Interface for Unix
De systeemmodule die de communicatie tussen POSIX-conforme toepassingen en het Windows-besturingssysteem regelt. POSIX-conforme toepassingen kunnen de NTFS-partities op het systeem gebruiken.

Power Toys

Een verzameling functies van Microsoft die exta aan een besturingssysteem kunnen worden toegevoegd, dezen zijn doorgaans ontworpen door leden van het ontwikkelteam van het besturingssysteem. U moet er rekening mee houden dat het gebruik van Power Toys niet wordt ondersteund door Microsoft. De hulpprogramma's mogen gratis worden gebruikt.

PowerShell

  • Windows PowerShell
  • Monad
Microsoft Windows PowerShell is een op commando's gebasseerde omgeving en scripting taal welke speciaal is ontwikkeld voor IT professionals om bepaalde beheertaken makkelijker/beter uit te voeren. Door gebruik te maken van de PowerShell krijgt de beheerder de beschikking over meer dan 130 standaard command line tools met een standaard syntax en vele hulpmiddelen. Windows PowerShell geeft de IT professional een handvat voor het maken van eenvoudige beheerscriptjes. Windows PowerShell is makkelijker te leren dan VBS (Visual Basic Scripting) en heeft veel weg van unix-commando's. PowerShell kan werken onder Windows-besturingssystemen vanaf Windows XP en enkele server-applicaties (zoals Exchange Server, System Center Operations Manager en System Center Virtual Machine Manager).

PowerToys

Microsoft brengt voor de meeste besturingssystemen en applicaties speciale PowerToys uit. Een PowerToy is een handig hulpprogrammaatje dat de makers van de applicatie/besturingssysteem, bijvoorbeeld Windows XP, hebben gemaakt in de tijd die ze over hebben na een release. De PowerToys zijn gratis via het Internet verkrijgbaar. Het zijn uitstekende programmaatjes, maar worden niet ondersteund door Microsoft.
Tweak UI is een PowerToy.
Tweak UI is een PowerToy.

Prestatiemeter

  • Performance Monitor
Prestatiemeter wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de installatie van Windows. Met dit hulpprogramma kunt u de prestaties van servers en netwerken meten. Daarnaast kunt u real-time grafieken en rapporten maken. U kunt de Prestatiemeter starten door achtereenvolgens te klikken op Start à Programma's à Systeembeheer (Algemeen) à Prestatiemeter. (Start à Programs à Administrative Tools (Common) à Performance Monitor). Prestatiemeter kan een aantal netwerkgebeurtenissen vastleggen, waaronder het totale aantal bytes dat elke seconde wordt overgebracht, het aantal keren dat een TCP/IP-verbinding mislukt, het aantal IP-datagrammen dat wordt ontvangen en het aantal ICMP-berichten per seconde. Hoewel Prestatiemeter een handig probleemoplossend programma is, moet u in gedachten houden dat het programma het systeem belast. Daarom kunt u het programma beter niet uitvoeren op een server, maar op een andere Windows NT-computer op het netwerk.

Primaire naamserver

Een primaire naamserver is verantwoordelijk voor een onderdeel van de domeinnaamruimte dat beter bekend is als een 'zone'. De informatie waaruit een zone is opgebouwd, wordt onderhouden in een zonebestand. Dit zonebestand bevat IP-naar-hostnaam-vermeldingen en andere typen records, zoals een record waarin de postserver (mailserver) wordt vermeld. De primaire naamserver is de server die een bepaalde zone maakt en onderhoudt en die beschikt over de bevoegdheid voor die zone. Daarnaast reageert de primaire server op de naamomzettingsaanvragen van clients.

Primary Domain Controller

  • PDC
De PDC is de eerste computer die in een domain van Windows NT Server tijdens de installatie genoemd wordt. De PDC bevat het stambestand met gegevens van het domain, verifieert de gebruikers en kan dienen als file-, print- en applicatieserver. Elk domain moet één en niet meer dan één PDC hebben.

Print Server voor Macintosh

Een service die het mogelijk maakt om documenten van Macintosh computers naar Windows printservers te versturen of van Windows-workstations naar Macintosh printservers.

Printer

De software-interface tussen het besturingssysteem en het afdrukapparaat. De printer definieert waar het document naartoe gaat voordat het het afdrukapparaat bereikt (naar een lokale poort, een bestand of een externe printershare), wanneer dit gebeurt en verschillende andere aspecten van het afdrukproces.

Printer Spooler

Programma om een printerbuffer te maken van een deel van het werkgeheugen van de PC.

Printerdeling

  • Printer share
De mogelijkheid van een computer waarop Windows staat ge�nstalleerd, om een printer op het netwerk te delen. Dit kan via de map Printers of de opdracht: net share.

Private key

Deel van de PKI (de helft van een key-pair). Deze kan data decrypten dat met de public key van dezelfde gebruiker is geëncrypt.

Proces

Wanneer een programma wordt uitgevoerd, wordt een Windows-proces gemaakt. Een proces is een objecttype dat bestaat uit een uitvoerbaar programma, een reeks virtuele geheugenadressen en een of meer threads.

Process Manager

  • Taakbeheer
  • Taskmanager
Deze module beheert in Windows de processen en de threads die ze generen. De Process Manager regelt hoe het proces het geheugen gebruikt, de objecten benadert en threads creëert.

Productactivering

Met activering wordt Productactivering bedoeld. Productactivering is een methode om illegale software te bestrijden waarbij uw Windows-productcode (de beveiligingscode van 25 tekens op uw Certificaat van Echtheid dat zich aan de buitenkant van uw computer, laptop of softwareverpakking bevindt) wordt gekoppeld aan een pc-hardwarecode. Deze gegevens worden in een database opgeslagen zodat niemand uw productcode kan gebruiken op een andere computer.

Profiel

  • Profile
Een directory op een computer met een op Windows gebaseerd besturingssysteem, waarin alle gebruikersinstellingen worden opgeslagen. Hierin wordt het gebruikers gedeelte van de register opgeslagen, dit bestand heet ntuser.dat bij Windows NT/2000/XP of user.dat bij Windows 9x. In de directory worden ook andere bestanden bewaard, zoals de Favorieten (Favorites), snelkoppelingen op bijvoorbeeld het Bureaublad (Desktop), documenten in de map Mijn Documenten (My Documents), etc. Wanneer de directory centraal wordt bewaard, wordt iedere keer dat de gebruiker afmeldt de inhoud van de directory gekopieerd op de server. Bij het aanmelden wordt de directory gekopieerd op de computer waarop de gebruiker aanmeldt, ongeacht of dit een andere computer is of niet, de instellingen worden dus 'meegenomen' naar een andere werkplek.

Profile

  • Profiel
  • Userprofile.
  • Gebruikersprofiel
Onder Windows 9x en Windows NT/2000/XP valt de registry uiteen in grofweg twee delen: de system registry en de user registry. Dit tweede deel is wat wij een userprofile (gebruikersprofiel) noemen. In gebruikersprofielen worden de instellingen van de gebruiker opgeslagen. Een gebruikersprofiel kan centraal opgeslagen worden zodat het op elk werkstation beschikbaar is. Dit heet een �roaming profile�. Wanneer we via enkele wijzigingen van het gebruikersprofiel een read-only profiel maken, noemen we het een �mandatory profile�.

Programma-element

Een toepassing of document die als een pictogram in het menu Start of op het bureaublad wordt weergegeven.

Programmagroep

Een verzameling toepassingen in het menu Start. Door toepassingen te groeperen, kunt u ze gemakkelijker vinden wanneer u ze wilt starten.

Property

  • Eigenschap
De karakteristiek van een object. Tot de kenmerken van een mailbox behoren de display name, opslaglimieten en het NT account. De termen property en attribute zijn synomiem en worden vertaald als kenmerken.

Protocolparser

Een DLL (Dynamic Link Library) die de protocollen identificeert die worden gebruikt om een frame over het netwerk te versturen.

Protocolstuurprogramma

  • Protocol-driver
Een netwerkstuurprogramma dat een procotol implementeert en daarbij communiceert tussen Windows en een of meer stuurprogramma's van netwerkadapterkaarten.

Prullenbak

  • Recycle Bin
Map van Windows waarin verwijderde objecten tijdelijk bewaard worden. De gebruiker kan ze dan nog herstellen.

PSF

  • Permanent Swap File
  • Permanent wisselbestand.
Het wisselbestand is een bestand waarin Windows tijdelijk gegevens opslaat die niet meer in het geheugen passen. Normaal gesproken wordt de grootte daarvan aan de behoefte aangepast. Een permanent wisselbestand heeft een vaste grootte.

PTR

  • Pointer Record
Een type bronrecord waarin IP-adressen worden toegewezen aan hostnamen in een omgekeerde DNS-zone (in het DNS-domein IN-ADDR.ARPA).

PTR record

  • Pointer record
Een DNS record, een IP-nummer en een FQDN aan elkaar gekoppelt. Ook vaak reverse-lookup record genoemd.

Public Folder Affinity

Een numerieke waarde die een cost toekent aan een andere site. Wanneer clients openbare mappen in een andere site moeten gebruiken, dan worden affinity numbers gebruikt om een site te kiezen waarmee een verbinding tot stand wordt gebracht.

Public key

Deel van de PKI (de helft van een key-pair). Deze kan data encrypten dat weer met behulp van de private key kan worden gedecrypt.

Public key cryptografie

Coderingsmethode. Iedereen heeft een public key, die openbaar is en een private key. Berichten die versleuteld zijn met een public key kunnen alleen worden gecodeerd met de bijbehorende private key. In de omgekeerde richting werkt het precies zo. Als u iemand iets vertrouwelijks wilt sturen dan wordt dit gecodeerd met behulp van de public key, waardoor alleen de eigenaar van de corresponderende private key het bericht kan lezen. Andersom kan iedereen controleren of een bepaald bericht van u afkomstig is (authenticatie), als het met de private key versleuteld is.

Pull-partner

Een WINS-server die replica's van zijn push-partner haalt door erom te vragen en de push-replica's te accepteren.

Push publishing concept

Onderdeel van Internet Explorer 4.0, waarbij Microsoft de informatieaanbieder de keus laat wanneer hij een bepaald bericht wil vrijgeven op het Internet en dit automatisch bij de gebruiker plaatst. Hierbij zendt een informatieaanbieder informatie uit wanneer daartoe aanleiding is, bijvoorbeeld enkele minuten nadat een vliegtuig is neergestort. Voor het direct en automatisch binnenkrijgen van nieuws op maat kunnen Internet gebruikers zich abonneren op een of meer nieuws-kanalen op het Internet.

PWL

  • Passwordlist
  • Wachtwoordenlijst
In dit bestand worden alle wachtwoorden opgeslagen, zodat die niet meer door de gebruiker onthouden hoeven te worden. Stel je belt via de modem bij een Internet provider binnen. De eerste keer wordt om een wachtwoord en gebruikersnaam gevraagd. Je kan dan al aangeven of je dit wilt opslaan of niet. Als je hem opslaat, zal dit worden bewaard in een PWL bestand. De volgende keer als je dan een connectie zoekt met het Internet,
wordt je niet meer om een wachtwoord gevraagd. Een andere gebruiker kan dan op deze computer dan van de Internet account gebruik maken, bovendien zijn er genoeg hacker-utilities om deze PWL bestanden uit te lezen, dus echt veilig is het niet.