Opslagmedia woordenboek - Computerwoorden.nl: Een begrip in de ICT!
computerwoorden.nl
Opslagmedia woordenboek
Printlijst:
Home | Sitemap | Zoektips |

Opslagmedia

Laserdisc

Een populair systeem in Amerika. De schijven zijn ongeveer zo groot als een LP en geven beduidend betere kwaliteit dan video via CD-I. In tegenstelling tot de andere CD's is deze weergave analoog in plaats van digitaal, hetgeen de kwaliteit ten goede komt. Laserdisc's zijn niet interactief en niet uitwisselbaar met andere apparatuur. Wel kunnen de meeste Audio CD's op deze apparatuur worden afgespeeld. Deze apparatuur is vooral in trek bij filmfanaticy. Een keur aan films is voor dit medium beschikbaar.

Latency time

  • Rotational delay
Rotatietijd van de harde schijf om de lees/schrijfkop te positioneren boven de juiste sector van de geselecteerde track.

Latentietijd

Als de computer een bepaalde sector van de harde schijf opvraagt, moeten de koppen om te beginnen boven het juiste spoor worden gepositioneerd. Daarvoor heeft de computer gemiddeld de door de fabrikant opgegeven seek-time nodig. Vervolgens duurt het even voordat de gewenste sector onder de kop voorbij komt. Deze zogenaamde latentietijd bedraagt gemiddeld de duur van een halve omwenteling en hangt dus af van de toerental van de schijf. De resterende tijd voor het inlezen van de sector en de overdracht naar de computer speelt hierbij vergeleken nauwelijks een rol.

LBA

  • Logical Block Addressing
Techniek om Enhanced IDE-schijven groter dan 528 MB te kunnen gebruiken op een PC. Dit is de wijze waarop bij moderne grote harde schijven uw bestanden op de schijf worden terug gevonden.

LCU

  • Last Cluster Used
Laatste gebruikte cluster van een schijf.

LDM

  • Logical Disk Manager
  • Schijfbeheer
Beheertool onder Windows voor het beheren van de schijfinstellingen qua partities en schijfletters. Onder Schijfbeheer kun je de aanwezige schijven indelen, partities maken, formateren, schijfletters toewijzen, dynamische of basic schijven beheren, etc. Schijfbeheer is een onderdeel van Computerbeheer.
Schijfbeheer.
Schijfbeheer.

Lead-in

De lead-in staat aan het begin van iedere CD, respectievelijk aan het begin van iedere sessie bij multisessie CD's en bevat geen gebruikersinformatie, maar in de subchannels (PQ-channel) een inhoudsopgave, de Table of Content (TOC). Iedere lead-in omvat 4500 sectoren, dus circa 9 MB).

Lead-out

De lead-out staat aan het einde van iedere CD, respectievelijk aan het einde van iedere sessie bij multisessie CD's en bevat net als de lead-in geen gebruikersinformatie. Het is een soort buffer. Als de speler de lead-out leest, gaat hij ofwel terug naar het begin van track 1 of beëindigt hij de weergave, afhankelijk van het type apparaat. De lead-out van een CD bestaat uit 6750 sectoren (circa 13 MB), daarop volgende lead-outs op een multisessie CD bezetten 2250 sectoren (circa 4,5 MB).

Lees-/schrijfkop

  • Read/write head
Een magnetische component aan het uiteinde van de actuator-arm in een diskettestation of vaste schijf, die gegevens als magnetische gebiedjes op de informatiedrager schrijft of ervan leest.
De schrijf-/leeskop verplaatst zich net boven de schiiven van een harde schijf.
De schrijf-/leeskop verplaatst zich net boven de schiiven van een harde schijf.
Opbouw van een schrijf-/leeskop.
Opbouw van een schrijf-/leeskop.

Lees/schrijfkop

Deze kop kan niet alleen gegevens, data en bestanden lezen van een harde schijf, floppy of tape, maar deze ook plaatsen (schrijven) op bovenstaande media.

Leesfout

Een leesfout wordt vaak veroorzaakt door een fout op het oppervlak van een van de schijven of een crash, waardoor de data of bestanden onbruikbaar worden.

Leeskop

De leeskop is een klein onderdeel van de harde schijf dat de feitelijke gegevens van de harde schijf leest. Het gaat hier natuurlijk om een zeer geavanceerd en precies stuk techniek.

Lightscribe

Techniek van HP voor het maken van etiketten direct op de cd/dvd zelf. De engineer Daryl Anderson bedacht de oplossing naar aanleiding van zijn frustaties met zelfklevende etiketten. Op de labelzijde van de schijf zit een dun laagje dye coating, dat reageert op het licht van de laser. Dit leidt tot een chemische reactie, vergelijkbaar met het normale brandproces van de dvd, en resulteert in een zichtbaar punt op het oppervlak. Nadat u de cd of dvd hebt gebrand, draait u de schijf om, waarna de brander (die deze techniek ondersteunt) deze aan de labelzijde van binnen naar buiten zal beschrijven met puntjes. Deze puntjes vormen samen een beeld dat veel weg heeft van een zeefdruk. De resolutie is goed genoeg voor foto's, illustraties en tekst.
CD dat beschreven is met de lightscribe techniek.
CD dat beschreven is met de lightscribe techniek.
Brandersoftware, zoals Nero, ondersteunt Lightscribe technologie.
Brandersoftware, zoals Nero, ondersteunt Lightscribe technologie.

Lineaire motor

  • Voice-coil actuator
Een aandrijfeenheid op de arm van een vaste schijf, waarbij een permanente magneet in een spoel loopt, die door een regelkring wordt aangestuurd. Hierdoor beweegt de arm lineair, als het membraam van een luidspreker, door de magneetwerking van spoel en magneet. Er zijn lineaire motoren in lineaire en in roterende vorm.
Onderdeel van de harde schijf.
Onderdeel van de harde schijf.

Linear verify

Diagnos test voor bijvoorbeeld een harde schijf, om de oppervlakte te scannen op eventuele fouten. Leest alle tracks van de harde schijf en laat de tracknummers zien bij fouten.

Local disk

Een harde schijf gekoppeld aan een werkstation, die niet vanaf een ander werkstation kan worden benaderd.

Logical Device

  • Logisch Station
Een floppy of een harde schijf, die fysiek niet als zodanig aanwezig is, maar door de software wel als zodanig wordt herkend. Een voorbeeld hiervan is een gepartitioneerde harde schijf, die op die manier aanwezig is als één schijf, maar de software ziet twee logische schijven.

Logisch Station

Een subpartitie van een uitgebreide partitie op een vaste schijf.

Longitudinal Redundancy Checking

  • L/C
  • Horizontale pariteitscontrole
De pariteit per blok controleren.

Look ahead technologie

Bij deze technologie wordt bij het lezen vanaf een harde schijf de volgende sector alvast in een buffer geplaatst. Hierdoor wordt de gemiddelde zoektijd verlaagd.

Lost clusters

Een cluster, die nergens meer mee wordt verbonden. Hij komt dus niet voor als onderdeel van een file of een directory, maar staat ook niet in de free space list.

Low Level Format

Het formatteren van een harde schijf op het laagste niveau. Hierbij wordt ook de sector informatie opnieuw op de schijf gezet. Tevens wordt de tabel met de bad sectors opnieuw weggeschreven. Hierna is de schijf nog niet te gebruiken, want daarna moet er nog een High Level Format of een DOS Format gedaan worden. Een Low Level Format is hopelijk maar eenmaal nodig voor een harde schijf. Denk er wel om dat IDE schijven NOOIT zelf low level geformatteerd kunnen worden. Laat dit altijd door de leverancier doen.

LRC

  • Longitudinal Redundancy Check
Foutdetectie waarbij een blok van tekens wordt aangevuld met één controleteken. Dit controleteken wordt berekend op basis van een even of oneven pariteit voor alle bits gelegen op eenzelfde positie binnen het blok.

LVM

  • Logical Volume Manager
Een vervanging van de oude manier van partitioneren met behulp van FDISK. LVM biedt een grotere flexibiliteit dan de conventionele partitionering van FDISK. Zo kan een LVM volume zich strekken over meerdere partities en schijven en kunnen JFS partities die reeds in gebruik zijn, vergroot worden. Let op: als een schijf naar LVM is omgezet moeten volumes met LVM in plaats van FDISK bijgewerkt worden!