Netwerk woordenboek - Computerwoorden.nl: Een begrip in de ICT!
computerwoorden.nl
Netwerk woordenboek
Printlijst:
Home | Sitemap | Zoektips |

Netwerk

Packet filetering

Techniek om een firewall te implementeren. Bij elk pakket wordt gecontroleerd of het voldoet aan bepaalde door de beheerder vastgestelde regels. Pas dan wordt het door de firewall doorgelaten. In principe kan een firewall bij packet filtering ook rekening houden met de inhoud van een pakket (bijvoorbeeld of er Java-applets in zitten) en op basis daarvan beslissen of het doorgegeven mag worden.

Packet filtering router

Een esentieel onderdeel van een firewall. Deze zorgt ervoor dat pakketjes op basis van adressen, poorten, DNS-namen of netwerkinterfaces kunnen worden tegengehouden.

Packet switching

Gegevens worden verdeeld over verschillende datapakketjes. Op deze manier kunnen meer mensen tegelijkertijd van dezelfde verbinding gebruik maken.

Packet Switching Netwerk

Netwerk waarbij de berichten ingedeeld worden in kleine pakketten. Elk pakket volgt zijn eigen weg over het netwerk.

Packetswitching

Een techniek voor het oversturen van boodschappen waarbij kleine eenheden met gegevens (pakketten) door middel van stations in een computernetwerk worden verzonden. Het systeem kiest de beste route die tussen de bron en de bestemming beschikbaar is. Hiermee kan gegevensopstopping voorkomen worden. De gegevens worden opgedeeld in kleinere eenheden en dan weer tot pakketten samengesteld in een proces dat packet assembly en dissassembly (PAD) wordt genoemd. Ofschoon elk pakket een verschillend pad kan afleggen, en de pakketten die een boodschap vormen op verschillende tijden en in een andere volgorde kunnen aankomen, kan de ontvangende computer het originele pakket weer samenstellen. Netwerken die van packet-switching gebruik maken zijn snel en efficiënt. Standaards voor packet-switching in netwerken zijn vastgelegd in de aanbeveling X.25 van het CCITT.

PAD

  • Packet Assembler/Disassembler
Een apparaat dat grote brokken gegevens in pakketten opdeelt, gewoonlijk voor transmissie over een X.25-netwerk en ze aan de andere kant weer samenstelt.

PAD's

  • Packet Assemblers/Disassemblers
Een verbinding die in X.25-netwerken wordt gebruikt. X.25-PAD-kaarten kunt u in plaats van een modem gebruiken wanneer ze voorzien zijn van een compatibel COM-stuurprogramma.

Pakketgeschakeld

Aanduiding van een netwerk. Hierbij worden gegevens via afzonderlijke, apart geadresseerde deelzendingen verstuurd.

PAN

  • Personal Area Netwerk
Netwerk voor een woonhuis.

Parallel Tasking

Vergelijkbaar met full duplex. Het wil zeggen dat de adapter twee taken tegelijkertijd kan uitvoeren. De kaart kan een opdracht aannemen (data ontvangen) en tegelijkertijd een opdracht uitvoeren (data verzenden). Hierdoor worden de prestaties van het netwerk aanzienlijk verbeterd, er zijn hogere snelheden mogelijk. 3Com heeft een patent op parallel tasking en deze functie is dan ook alleen op 3Com producten toegepast.

Passenger protocol

Tunnelingprotocol dat wordt verzonden door de tunnel (ingepakt). Het kan een PPP (point-to-point protocol) zijn, maar ook een netwerkprotocol, zoals IPX. Vaak worden meerdere passenger-protocollen door een tunnel verstuurd, bijvoorbeeld TCP binnen IP binnen PPP.
Voorbeeld van een tunnel-pakket.
Voorbeeld van een tunnel-pakket.

Passieve hub

Een apparaat om netwerksignalen te splitsen. Een passieve hub kan in tegenstelling tot een actieve hub geen signalen versterken. Een passieve hub heeft dan ook geen voeding nodig.

Patch cord

  • Patchkabel
Een kort stukje kabel, bedoeld om twee poorten van een patch panel te verbinden.

Patch Panel

Pluggenbord, waarop met kleine kabeltjes het maken van de gewenste verbindingen mogelijk is. Het principe is dat van de welbekende operatorbediende telefooncentrales. Wordt tegenwoordig gebruikt voor het flexibel opzetten van netwerkverbindingen.

Patchkast

Een kast waarin alle kabels centraal bij elkaar komen en door middel van hubs en/of switches aan elkaar gekoppeld worden. Patchkasten zijn verkrijgbaar in verschillende formaten. Servers kunnen ook geleverd worden in 19" uitvoering. Daardoor kunnen ze geheel op maat ge�nstalleerd worden in de patchkast.
Patchkast met telefoon-, netwerkaansluitingen en een hub of switch.
Patchkast met telefoon-, netwerkaansluitingen en een hub of switch.

Patchruimte

In veel bedrijfspanden zijn de telefonie- en netwerkvoorzieningen te complex en kostbaar om vanuit een centrale ruimte aan te sturen. Daarom wordt vaak gekozen voor patchruimtes waar bekabeling van telefonie en netwerk samenkomen voor een verdieping, afdeling of onderdeel van een gebouw. De patchruimtes worden met elkaar (en met de centrale computerruimte) verbonden via riserkabels.

PC-LAN

Netwerk met uitsluitend PC's. Meestal is ook de server een PC. Netware van Novell en Token Ring van IBM zijn de meest gebruikte omgevingen voor PC-Lan's.

PDN

  • Public Data Network
Een commerciële dienst voor WAN's die gebruik maakt van packet-switching of circuit-switching. Het wordt geleverd door telefoonmaatschappijen voor lokaal en internationaal verkeer. Van deze dienst wordt veel gebruikgemaakt in de Verenigde Staten..

PDU

  • Protocol Data Unit
Het gedeelte van een datapakketje waarin de informatie over het type communicatie staat. Om aan te duiden welke laag in het netwerk wordt besproken, wordt er een letter toegevoegd aan PDU:
  • LPDU = communicatie voor de data link layer;
  • NPDU = communicatie voor de network layer;
  • TPDU = communicatie voor de transport layer;
De lagen vormen een onderdeel van het OSI-model.

PeaceNet

Netwerk gebruikt door vredesgroepen, milieu-organisaties etcetera. De host van dit netwerkt zetelt in San Francisco. PeaceNet is lid van de Association for Progressive Communications (APC).

Peer

Een van de apparaten in een gelaagd communicatienetwerk dat op hetzelfde protocolniveau werkt. Bijvoorbeeld in een peer-to-peer netwerk zijn een aantal computers met elkaar verbonden, waarbij elk van de computers een gelijkwaardige functie heeft. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een server-client netwerk, waarbij de client voor bepaalde functies afhankelijk is van de server.

Peer to Peer netwerk

  • P2P network
Netwerk van allemaal gelijke stations. In een peer-to-peer netwerk kunnen onderling bronnen (resources) aan andere computers ter beschikking worden gesteld. We zeggen dan dat deze bronnen worden gedeeld. Eigenlijk geldt dat alle aangesloten computers zowel server als client zijn. Een cd-romspeler of printer in een computer die deel uitmaakt van het netwerk, kan door alle aangesloten computers gebruikt worden.

Peer-to-peer

Een netwerksysteem waarbij computers direct met elkaar communiceren in plaats van via een centraal opgestelde server.

Peering-overeenkomst

Een directe koppeling tussen netwerken.

Performance

De snelheid van het afhandelen van netwerkfuncties die bepaald wordt door de gebruikte hardware (adapterkaarten, kabels, processors) en de netwerkbesturingssoftware. De performance kan sterk uiteenlopen en bepaalt in hoge mate het al dan niet succesvol functioneren van een netwerk.

Permanent Virtual Circuits

  • PVC
Verbinding via een netwerk . Het lijkt op een huurlijn in die zin dat de klant alleen betaalt voor de tijd dat de lijn gebruikt wordt. Dit type verbinding wordt steeds belangrijker omdat zowel Frame relay als ATM het gebruiken.

PHY:

  • Physical Layer
Dit vormt samen met de PMD laag 1 van een FDDI-aansluiting. De functies encode/decode en clocking zijn hierin onder andere aanwezig.

Physical Unit

  • PU
  • Fysieke eenheid
Een via het netwerk te adresseren eenheid die de services levert die nodig zijn om een bepaald apparaat, bijvoorbeeld een communicatiekoppelingsapparaat, te gebruiken en te beheren. Een PU wordt in combinatie met hardware, software en microcode geïmplementeerd.

Piercing tap

  • Vampire tap
  • Vampieraftakking
Een verbindingseenheid voor coaxkabel die een gat door de isolatielaag boort en direct contact maakt met de geleidende kern.

Pig-Tail

Dit is een glasvezelkabel met glasvezelstekker die aan een glasvezeleinde moet worden bevestigd, het zogenaamde 'splicen'.

PIN diode

Een optische ontvanger bij glasvezelkabels.

Plenum

De kleine ruimte die in veel gebouwen voorkomt tussen het verlaagde plafond en de erboven liggende verdieping. Deze ruimte wordt gebruikt om warme en koude lucht door het hele gebouw te laten circuleren en er worden vaak kabelgoten doorheen geleid. Brandweervoorschriften zijn zeer streng met betrekking tot de soorten kabels die door deze ruimten mogen lopen. Vaak vereisen ze een plenumkabel, deze is brandwerend en laat geen giftige gassen vrij bij verbranding.

PMD

  • Physical Medium Dependant
Dit is de laag waarin alle optische elementen worden gedefinieerd, zoals golflengte (13QQ nanometer) en glasvezeldikte (50/125 en 62,5/125 micrometer). De PMD vormt samen met PHY de fysieke laag (ISO laag 1 ) van een FDDI verbinding. De functies signals, optics en connectors zijn hierin onder andere aanwezig. PMD is de standaard voor de connectors voor FDDI.

PMMA

  • Polyethylmethacrylaat
  • Plexiglas
Soort POF (Plastic Optical Fibre) wat gemaakt is van plexiglas, een kunstof uit de groep koolwaterstoffen. De demping is meer dan 130 dB/km en dat is slechts geschikt voor kortere verbindingen van maximaal 100 meter. PMMA kan alleen een beperkte golflengte van 650 nm worden gebruikt. Het wordt in twee soorten gemaakt: als Si-POF (Step-index kabel) en als Gi-POF (Graded index kabel). De eigenschappen van Gi-POF is iets beter dan die van Si-POF, waabij na honderd meter twee verschillende signalen nauwelijks meer uit elkaar te houden zijn. De voornaamste toepassingen van PMMA Si-POF liggen dan ook op het gebied van de automobielindustrie en industriële besturing. Gi-POF doet het beter waardoor het ook op bescheiden schaal kan worden gebruikt in onder andere de vliegtuigindustrie.

PNNI

  • Private Network to Network Interface
Een door het ATM-forum ontwikkelde standaard voor communicatie tussen ATM-switches. PNNI biedt alle functies die in een groot ATM-netwerk nodig zijn, waaronder de mogelijkheid parallelle verbindingen op te zetten zodat meer bandbreedte verkregen wordt. Ook kan het verbroken verbindingen herkennen en nieuwe routes vinden.

PoD

  • Publish on Demand
Een elektronische manier van afdrukbeheer binnen netwerken, gericht op hoge volumes voor zowel interne als externe informatievoorziening in kleine en middelgrote oplage.

POF

  • Plastic Optical Fibre
Concurrent van de glasvezel kabel, waarbij de POF dikker is dan de glasvezel kabel. Bij optische kabels levert het midden van de kabel de beste transportmogelijkheden: de maximjale snelheid en minimale demping. Bij glasvezel moet de lichtbron exact in het midden van de kabel zijn gepositioneerd. Gebeurt dit niet, dan treedt er direct een aanzienlijk signaalverlies op. Bij POF hoeft de lichtbron niet exact inhet midden te zitten. POF bestaat in twee soorten: PMMA (plexiglas) en Teflon (koolstoffluorideverbinding).

Point-multipoint

  • Punt-multipunt
Situatie waarin dezelfde informatie wordt verstuurd naar meerdere bestemmingen. Voorbeelden zijn broadcast en narrowcast.

Point-to-Point

  • Vaste lijn
Point-to-point digitale verbindingen zijn dedicated verbindingen, ook wel eigen lijnen of huurlijnen genoemd. Het zijn de populairste communicatieverbindingen voor WAN's die tegenwoordig worden gebruikt. De draaggolf garandeert full-duplex bandbreedte door vanaf elk eindpunt een permanente verbinding op te zetten en maakt gebruik van bridges en routers om de LAN's door middel van verbindingen aan elkaar te koppelen.

Policy-based

Een reeks regels waarmee is vastgelegd hoe verschillende netwerkfuncties worden uitgevoerd.

Polling

Een systematische transmissiemethode waarbij een reeks netwerkcomponenten gevraagd wordt of ze iets willen versturen of ontvangen.

Port forwarding

Maakt het mogelijk om verzoeken aan een bepaalde poort naar een poort van een andere computer te leiden. Zo kan een server op een computer in het LAN lopen die vanuit het internet helemaal niet direct toegankelijk is. De aanroepende computer herkent hierbij niet hoe deze verzoeken intern worden behandeld.

Port-switching

Wanneer een switch meerdere workstations, dus (deel-)segmenten via één poort kan bedienen, dan spreek je van een 'segment-switch', in alle andere gevallen van een port-switch. Bij segment-switching moet de switch in staat zijn meerdere MAC-adressen per poort te beheren. Een port-switch kan maar één workstation per poort aanspreken. Deze configuratie is bij een segment-switch welliswaar ook mogelijk, maar niet dwingend voorgeschreven.

Posten

Geïnteresseerden in een nieuwsgroep en mailing lists nemen deel aan discussies door hun artikelen en/of commentaren online te posten.

PPTP-filtering

Een beveiligingsvoorziening die ervoor zorgt dat de Windows-netwerkinterfaces alleen PPTP-pakketten verwerken, en geen enkel ander pakket. Deze optie wordt meestal alleen ingeschakeld op computers die zijn ingesteld als PPTP-gateway voor het netwerk. Dergelijke computers bevatten ten minste één adapter die contact heeft met de buitenwereld, waardoor de mogelijkheid bestaat dat buitenstaanders proberen via die computer toegang te krijgen tot de server of het netwerk achter de andere interfaces in de server. Als u deze optie selecteert wordt dat risico uitgesloten.

Presentatielaag

  • Presentation Layer
Zesde laag binnen het OSI-model. Deze houdt zich voornamelijk bezig met de wijze waarop gegevens weergegeven worden. Dit is zeer belangrijke functionaliteit, zeker wanneer verschillende computers met elkaar communiceren. Zo zijn bijvoorbeeld Intel- en Motorola-processoren het niet eens over het most significant bit, zeg maar, aan welke kant je moet beginnen een byte te lezen. Best relevant dat daar iets aan vertaling wordt gedaan, anders zou de ene processor bijvoorbeeld denken dat een bepaalde string een tol bedoeld wordt, terwijl de andere processor denkt aan lot. Ook is de presentatielaag de laag waarop versleuteling van gegevens gedefinieerd wordt.

Prestatiemanagement

Het centraal verzamelen van alle gegevens die de prestaties van uw LAN/WAN bepalen. Het doel is uiteraard optimalisering. Het komt niet zelden voor dat bedrijfskritische informatiesystemen nog voortkruipen met de snelheid van een slak, zeker in de opstartfase van client/server-systemen. Om te kunnen bepalen waar nu precies de knelpunten zitten, moeten niet alleen gegevens worden verzameld, maar zijn ook intelligente analyse-tools nodig. Agents die de gegevens vergaren zitten vaak in concentrators, maar u kunt er ook (oude) pc's voor gebruiken, mits ze volledig worden toegewezen als �snuffelpaal'.

Primaire ring

Een FDDI-netwerk (Fiber Distributed Data Interchange) bestaat uit een primaire en een secundaire ring. Over de primaire ring vindt het datatransport plaats, de secundaire ring wordt gebruikt wanneer een knooppunt defect is of een glasvezelkabel is onderbroken. Het laatst te bereiken apparaat maakt dan een lus tussen de primaire en secundaire ring. Door deze wrap-techniek te gebruiken is een FDDI-netwerk fouttolerant.

Private Network

  • Particulier netwerk
Een communicatienetwerk dat het eigendom is van een bepaalde instantie (bijvoorbeeld een bedrijf), die het netwerk voor eigen doeleinden gebruikt. Het Private Network kan meerdere locaties bestrijken, bijvoorbeeld wanneer huurlijnen gebruikt worden.

Propagation delay

De maximumtijd die een packet nodig heeft om het netwerk rond te reizen.

Proxy Address

Een foreign e-mail adres van een Exchange-recipient. Het is het proxy-adres dat door de non-Exchange gebruiker wordt benut om berichten te adresseren aan een Exchange-recipient. Proxy-adressen voor SMTP en X.400 worden tijdens het maken van Exchange-recipients automatisch gecreëerd. Als connectors voor Microsoft Mail en Lotus cc:Mail zijn geïnstalleerd, dan worden er voor die typen adressen ook automatisch proxy-adressen gegenereerd voor Exchange-recipients.

Proxy Agent

Dit is een functie van SNMP die het mogelijk maakt netwerkelementen te bewaken en te controleren.

Proxy-ARP

Het proces waarbij een router het ARP-proces helpt door aanvragen voor MAC-doeladressen door te sturen. Met behulp van proxy-ARP kan een router op een van zijn netwerken een ARP Request beantwoorden voor een host op een ander netwerk. Op deze manier �denkt' een station dat een ARP Request zendt, dat de router de destination host is, terwijl deze eigenlijk achter deze router ligt. De router heeft dan als taak om alle pakketten die naar de host achter de router moeten, zelf (voorzien van een nieuw MAC-adres) door te zenden. Proxy-ARPheeft als belangrijkste toepassing het afschermen van een �lokaal' netwerk achter een dergelijke router. Op deze manier kan bijvoorbeeld een geheel lokaal netwerk toegang tot internet krijgen, terwijl er maar één IP-adres wordt gebruikt. Dat is dan het IP-adres van de interface van de router die aan de �buitenkant' van de router zit. Proxy's zijn erg in trek om een compleet netwerk via één IP-adres de mogelijkheid te geven om op het internet te komen.

Pseudoniem

  • Alias
Bijnaam die verwijst naar een persoon of groep personen op een netwerk.

PTM-SC

  • Point-To-Multiport Service Centre
Het PTM-SC co�rdineert multicast-broadcast-verbindingen.

PU

  • Physical Unit
  • Fysieke eenheid
Een via het netwerk te adresseren eenheid die het mogelijk maakt om aangesloten apparaten te gebruiken. Bestaat uit een combinatie van hardware, software en microcode geïmplementeerd.

Public Folder Replication

Het overbrengen van gegevens uit openbare mappen naar replica's van die mappen op andere servers.

Public Network

  • Openbaar netwerk
Een communicatienetwerk dat het eigendom is van een bepaalde instantie (bijvoorbeeld een operator), die het netwerk aanbiedt voor gebruik door derden.

Pulsing zombie

Een zombie-webserver die verzoeken niet allemaal tegelijk verstuurt, maar in stukjes.

Push

Een procedure waarbij informatie naar gebruikers wordt verstuurd (van het Engels: duwen) zonder dat ze de informatie hoeven op te sporen en op te halen. Exchange Server duwt binnenkomende berichten naar op MAPI-gebaseerde Exchange-clients.

PVC

  • Permanent Virtual Circuit
Type verbinding bij een X.25-netwerk. Het PVC heeft alle eigenschappen van een huurlijn (behalve dat hij niet geschakeld is). De verbinding is gereserveerd voor vaste verbindingen tussen twee gebruikers. De bestemmingen zijn in het abonnement vastgelegd.

PVC's

  • Permanent Virtual Circuits
Zijn gelijk aan huurlijnen in zoverre dat de klant alleen betaalt voor de tijd dat de lijn gebruikt wordt. Dit type wordt steeds belangrijker omdat zowel frame relay als ATM het gebruiken.

PVLAN

  • Private VLAN
  • Private Virtual LAN
PVLAN zorgt voor de isolatie van Layer 2 (laag 2 van het ISO-model) tussen poorten van hetzelfde broadcast-domein. Er zijn drie verschillende typen PVLAN-poorten:
  • Promiscuous (Gemengd)
    Een promiscuous poort kan communiceren met alle interfaces,

PVM

  • Pass-through Virtual Machine
Netwerk van IBM voor remote login.

PXE

  • Pre-boot Execution Environment
PXE duidt meerdere methodes aan om een computer, meestal gebruikmakend van een Windows platform, om te starten (booten) zonder gebruik te maken van een harde schijf of een boot-diskette. Deze methodes stammen af van het tijdperk dat computers nog geen harde schijven hadden. Meestal heeft PXE te maken met een computer die boot (start) met behulp van de firmware, de startinformatie staat opgeslagen in de ROM (read-only-memory) of een PROM (programmable read-only-memory) chip, anders dan dat de data vanaf een magnetische schijf worden gehaald. De termen voor deze chips zijn dan ook PXE boot ROM of PXE boot PROM. Het booten van een ROM of PROM elimineert de afhankelijkheid van een harde schijf, voordeel is dat de betrouwbaarheid wordt vergroot en de kans op leesfouten op de schijf wordt verkleind.

Tegenwoordig is het mogelijk om een netwerkkaart met een PXE Boot chip te kopen. Met dit type netwerkkaart is het mogelijk om een computer aan het netwerk te koppelen zonder dat er een besturingssysteem op de harde schijf is geïnstalleerd. Wanneer de computer via de DHCP-server een IP-adres krijgt, krijgt de computer tevens informatie waar de installatieserver staat. Op deze installatieserver staan een of meerdere images waarmee de computer kan worden ingericht. Wanneer de gebruiker kiest welke inrichting de computer nodig heeft, wordt het besturingssysteem samen met de bijbehorende applicaties op de computer gezet. Zo kan een computer, nieuw uit de verpakking, direct aan het netwerk worden gekoppeld, automatisch worden geconfigureerd en de gebruiker kan direct aan het werk, zonder tussenkomst van een beheerder.