Netwerk woordenboek - Computerwoorden.nl: Een begrip in de ICT!
computerwoorden.nl
Netwerk woordenboek
Printlijst:
Home | Sitemap | Zoektips |

Netwerk

B-ICI

  • Broadband Inter Carrier Interface
De interface tussen twee ATM-netwerken. De B-ICI specificatie is opgesteld door het ATM-Forum, en kan net als de PNNI worden gezien als tegenhanger van de door de ITU-T gestandaardiseerde NNI.

Back-end network

Een netwerk voor het bulktransport - veelal met hoge snelheid - van informatie over grotere afstanden (maximaal 100 kilometer bij gebruik van een FDDI-netwerk). De eindgebruiker heeft geen directe toegang tot dit netwerk, maar via bijvoorbeeld servers. Het beheer van een Back-end netwerk vindt doorgaans door de netwerkmanagementorganisatie plaats.

Backbone

  • Internet Backbone
Letterlijk: ruggengraat. De backbone vormt de kern van de infrastructuur van het internet. Langs deze hoofdader die loopt tussen de centrale computers in de USA en de continenten/landen daarbuiten, gaat letterlijk alle data-verkeer dat plaatsvindt op het internet. Vanuit Nederland loopt er ook een backbone naar de USA. Op de Nederlandse backbone zijn vrijwel alle Nederlandse service-providers aangesloten. Alle data-verkeer vanuit Nederland naar daarbuiten loopt via de backbone naar de USA en wordt van daaruit verder gedistribueerd. Hoe die distributie precies plaatsvindt, is niet goed bekend.

Backbone

  • Ruggengraat
Het deel van het netwerk waaraan alle segmenten en servers gekoppeld zijn. De backbone kan gezien worden als de hoofdader van een netwerk. De backbone bepaalt de structuur van het netwerk.

BAL UN

Toestel om het impedantieverschil tussen een ongebalanceerd circuit (coaxkabel) en een gebalanceerd circuit (twisted-pair kabel) op te vangen.

Bandbreedte

  • Bandwidth
Het verschil tussen twee frequenties, waarbij de demping van het signaal dat in deze frequentieband werkt, 3 dB hoger is dan de laagst voorkomende waarde van de demping in deze frequentieband. Een telefoonlijn heeft bijvoorbeeld een bandbreedte van 3000 Hz, oftewel het verschil tussen de laagste (300 Hz) en de hoogste (3300 Hz) frequenties die deze kan transporteren. Zo is de bandbreedte van een (glasvezel)kabel omgekeerd evenredig met de lengte van deze kabel. De kwaliteit van een glasvezelkabel wordt veelal uitgedrukt in het product van bandbreedte en lengte van de kabel. Een standaardwaarde voor 62,5/125 en 50/125 multimode glasvezelkabel is 500 MHz per km. Er is een directe relatie tussen de bandbreedte en de maximaal te bereiken bitsnelheid (bits per seconde) van een verbinding. In een glasvezel zorgt de lichtspreiding voor de bovengrens van de bandbreedte. De eenheid voor bandbreedte is de Hertz (kilo-, mega-, giga- en tera-).

Bandwidth on demand

Situatie waarbij de gebruiker bandbreedte ter beschikking krijgt op het moment dat daarom wordt gevraagd. Bandwidth on demand kan worden gebruikt voor 'usage based tariffing', met andere woorden: de gebruiker betaalt alleen voor netwerkcapaciteit die daadwerkelijk wordt gebruikt. Sommige diensten, zoals huurlijnen, bieden niet die flexibiliteit; in dat geval betaalt de abonnee een vast bedrag, onafhankelijk of hij die netwerkcapaciteit daadwerkelijk gebruikt.

Basisband

  • Baseband
Een eenvoudig transmissiekanaal voor goedkopere netwerkcommunicatie over korte afstanden.

Bastion Host

Een computer die geplaatst wordt buiten de firewall en die toegang verleent aan gebruikers van onbetrouwbare netwerken.

Beacon Frames

FDDI-knooppunten zenden deze frames uit om de naastgelegen knooppunten te definiëren.

Beaconing

Het proces waarbij computers op een ringsysteem een signaal krijgen dat het doorgeven van het token door een ernstige fout is onderbroken. Alle computers in een FDDI- of Token-Ring-netwerk zijn verantwoordelijk voor het bewaken van het doorgeven van het token. Om ernstige storingen in de ring te isoleren, gebruiken FDDI en Token Ring een systeem dat beaconing wordt genoemd. Hierbij zendt een computer die een fout ontdekt een signaal, het beacon, over het netwerk. De computer gaat door met zenden van het beacon totdat hij een beacon van zijn buurman stroomafwaarts van de storing opmerkt. Dit proces gaat door totdat de enige computer die een beacon zendt degene is die zich direct stroomafwaarts van de storing bevindt. Als de computer die het beacon zendt uiteindelijk zijn eigen beacon ontvangt, neemt hij aan dat het probleem is opgelost en genereert een token.

Begintekens in een frame

  • Frame preamble
Header-informatie die aan het begin van een data-frame in de fysieke laag van het OSI-model wordt toegevoegd.

Beheer

  • Management
Beheer is de verzameling functies die nodig is om het netwerk en de diensten te exploiteren, te configureren en te migreren.

Beheerde objecten

De hardware- en softwarebronnen op de host die beheerd/bewaakt kunnen worden door iemand op een andere computer op het netwerk.

Beheerder

  • Administrator
  • Supervisor
De persoon die verantwoordelijk is voor het beheer, het onderhoud en de beveiliging van een netwerk.

Bereik

  • Scope
Een reeks IP-adressen die een DHCP-server beschikbaar stelt aan netwerkclients.

Bereik-ID

Een ID dat is gekoppeld aan de NetBIOS-computernaam en dat belangrijk is als netwerkcommunicatie plaatsvindt. Alleen computers met hetzelfde bereik-ID kunnen met elkaar communiceren.

Beschermtule

  • Tule
De beschermtule is ideaal om de gevoelige aansluitingen van een Ethernet-kabel te beschermen, zeker als deze zich in een vochtige of stoffige omgeving bevindt

Biconic connector

Stekkertype voor gebruik bij glasvezelkabels; het verlies in deze stekkers bedraagt ongeveer 0,8 dB.

Binary exponential backoff algoritme

Een algoritme dat verantwoordelijk is voor het bepalen van een verplichte wachttijd. Het is zo ontworpen dat de kans op een nieuwe botsing ('collision') tussen dezelfde stations minimaal is.

BITnet

  • Because It's Time network
Verouderd IBM-netwerk voor onderwijscomputers, vooral voor e-mail, in 1980 begonnen voor chatten. Het is een netwerk van educatieve sites, dat los staat van het internet. E-mail tussen BITnet en internet is wel mogelijk. Het BITnet bestaat uit IBM VMS-computers (dit zijn mainframes). Dit netwerk is vermoedelijk het enige netwerk ter wereld dat gaandeweg kleiner wordt. Dit heeft alles te maken met de technische infrastructuur waarbinnen gewerkt moet worden en die is sterk verouderd.

BNC

Een naam voor een stekkerverbinding voor coaxiale kabels, ontwikkeld door Mr. Neil Concelman. Een coaxkabel bestaat uit een draad in het midden en een gevlochten draadmantel daaromheen. De afkorting BNC wordt op twee manieren verklaard: 1) Bayonet Neil-Concelman en 2) British Naval Connector.
BNC-aansluiting op een COAX-kabel.
BNC-aansluiting op een COAX-kabel.

BNC Dust Cover

Een voorziening om de open ingang van een BNC-connector tegen stof en vuil te beschermen.

BNC-connector

  • Bayonet Neill-Concelman
Aansluiting voor een coaxiale kabel uitgevonden Mr. Neill-Concelman.
BNC-aansluiting op een COAX-kabel.
BNC-aansluiting op een COAX-kabel.
BNC-T-stuk, hiermee worden computers aan een COAX-kabel gekoppeld.
BNC-T-stuk, hiermee worden computers aan een COAX-kabel gekoppeld.

Botsingen

  • Collission
Als twee nodes (knooppunten) in een netwerk gelijktijdig boodschappen versturen, kan er een botsing optreden. Daarbij wordt op de bus een specifiek elektrisch signaal gegenereerd, dat door de verzenders wordt opgemerkt.

Bottleneck

  • Knelpunt
  • Flessenhals
Een onderdeel of programma dat de performance van het netwerk in belangrijke mate doet afnemen. De belangrijkste netwerkactiviteit is het afstemmen van de activiteiten van verschillende onderdelen. Elk onderdeel heeft een bepaalde tijd nodig om zijn deel van de transactie uit te voeren. Als een of meer van deze onderdelen aanmerkelijk meer CPU-tijd gebruiken, vaker een bepaalde hulpbron nodig hebben dan een ander onderdeel of niet over voldoende capaciteit beschikken, leidt dit tot een slechte performance. Mogelijke knelpunten zijn de CPU, het geheugen, de netwerkadapter, een trage harde schijf, enzovoort.

Bounce

In een busnetwerk wordt het signaal over het hele netwerk gezonden. Als het ongehinderd zijn weg zou kunnen vervolgen, zou het over de kabel heen en weer blijven gaan, waardoor andere computers geen signalen kunnen verzenden. Om dit te verhinderen wordt op elk kabeleinde een zogenoemde terminator aangesloten, die de zwevende signalen absorbeert. Hierdoor wordt de kabel vrijgemaakt zodat andere computers gegevens kunnen verzenden.

Brandmuur

  • Firewall
Een vorm van beveiliging om het interne netwerk te beschermen tegen ongewenst bezoek van internetgebruikers. Het is een combinatie van een hardwarematige en een softwarematige beveiliging. Meestal bestaat een firewall uit een computer met twee netwerkkaarten en beveiligingssoftware.

Breedband

  • Breedbandverbinding
Breedband is een snelle internetverbinding. Voorbeelden van breedbandverbindingen zijn ADSL en kabel. Met een breedbandverbinding kunnen in een korte tijd veel gegevens worden verzonden.

Breedbandnetwerk

Een type LAN waarbij transmissies zich als analoge signalen (radiofrequentiesignalen) voortplanten over afzonderlijke inkomende en uitgaande kanalen. Apparaten in een breedbandnetwerk worden verbonden door een coax- of glasvezelkabel, zodat signalen zich in de vorm van elektronische golven of lichtgolven over het fysieke medium voortbewegen. Een breedbandsysteem gebruikt een groot deel van het elektromagnetische spectrum, bijvoorbeeld het frequentiegebied van 50 tot 600 Mbps. Dit soort netwerken kan televisie, spraak, gegevens en vele andere diensten simultaan over meerdere transmissiekanalen verzorgen.

Bridge

  • Brug
Een soft- en hardwarematige koppeling tussen twee of meer netwerken, die niet van hetzelfde type hoeven te zijn. Een brigde werkt op de ISO-lagen 1 en 2 en zorgt onder andere voor signaalsynchronisatie. Het apparaat verhoogt de prestaties van een netwerk omdat hij, in tegenstelling tot een repeater, niet alle dataverkeer doorlaat, maar alleen het verkeer dat voor het andere segment bestemd is. Er zijn twee soorten bridges: lokale bridges en remote bridges, waarbij de lokale bridges een scheiding in subnetwerken op lokaal niveau, en de remote bridges een scheiding op meerdere locaties mogelijk maken.

British Naval Connector

  • BNC
Een naam voor een stekkerverbinding voor coaxiale kabels, ontwikkeld door Mr. Neil Concelman. Een coaxkabel bestaat uit een draad in het midden en een gevlochten draadmantel daaromheen. De afkorting BNC wordt overigens op twee manieren verklaard: 1) Bayonet Neil-Concelman en 2) British Naval Connector.

Broadcast

Het versturen van een bericht naar ALLE werkstations die in een bepaald netwerk aanwezig zijn; een transmissie die simultaan naar meerdere ontvangers wordt verzonden (TCP/IP-adres: 255.255.255.255).

Broadcast network

Type van netwerk, waarbij alle nodes hetzelfde comminicatiekanaal gebruiken. Boodschappen worden gelijktijdig verstuurd naar alle nodes op het netwerk. Tegengestelde van multicast network.

Broadcast-adres

Een broadcast is het versturen van een boodschap naar alle werkstations van een netwerk. Het bericht wordt naar een standaardadres gestuurd, dat door alle computers wordt geaccepteerd. Dit adres is in een TCP/IP-netwerk het IP-adres 255.255.255.255.

Broadcaststorm

Het verschijnsel waarbij een netwerkapparaat het gehele netwerk overspoelt met broadcastpakketten.

Bron

  • Resource
Een onderdeel van een computer of een netwerk, bijvoorbeeld een schijfeenheid, printer of geheugen, dat aan een programma kan worden toegewezen terwijl het programma actief is.

Brouter

  • Bridging router
Router voor koppeling van twee netwerksegmenten van hetzelfde type. Het is in feite een bridge die ook tot het routeren van de pakketten in staat is, en die de beste eigenschappen van een bridge en een router combineert. Een brouter kan fungeren als router voor het ene protocol en als bridge voor alle andere. Bovendien kan een brouter de routering van sommige routing-protocollen verzorgen, niet-routing-protocollen verbinden en ervoor zorgen dat het verkeer tussen twee of meer netwerken rendabeler is en beter te beheren dan met afzonderlijke bridges en routers.

Browsen

Het navigeren door de beschikbare netwerkbronnen van een domein of werkgroep.

BSS

  • Basic Service Set
De aanduiding voor een zendcel in de terminologie volgens IEEE 802.11 (Wireless LAN).

BUS

  • Broadcast and Unknows Server
Zorgt voor de broadcast-diensten en helpt bij het vinden van onbekende MAC-adressen in een ATM-netwerk.

Bus

Een netwerktopologie waarbij meerdere stations gebruik maken van een enkele lijn.
Schematische weergave van een busnetwerk.
Schematische weergave van een busnetwerk.

Busnetwerk

Een netwerktopologie waarbij de aangesloten computers met elkaar via één enkele verbinding communiceren. Deze verbinding heet de backbone. De uiteinden hiervan zijn niet met elkaar verbonden; ze zijn afgesloten door middel van een terminator. Het voordeel van een busstructuur is dat hij eenvoudig uit te breiden is. Ethernet (coax) en Appletalk zijn voorbeelden van een busnetwerk. Het gezamenlijk gebruiken van dezelfde kabel heeft een aantal belangrijke consequenties, waarvan de belangrijkste is dat een kabel slechts één boodschap kan verwerken. Ieder werkstation in het netwerk dient dus te weten wanneer er wel en geen data verstuurd kan worden. Ethernet maakt hiervoor gebruik van de methode Carrier Sense Multiple Access/Collision Detection (CSMA/CD). Ook betrouwbaarheid is een probleem. Gebruik maken van één kabel in een segement heeft als gevolg dat bij onderbreking of uitval van de kabel het hele segment 'plat' komt te liggen. Er zijn gelukkig tegenwoordig ook No-Break systemen. De elektrische signalen worden tegenwoordig ook verstuurd door middel van lichtsignalen via glasvezelkabels.
Schematische weergave van een busnetwerk.
Schematische weergave van een busnetwerk.

Busstructuur

  • Busnetwerk
Een netwerktopologie waarbij de aangesloten computers met elkaar via één enkele verbinding communiceren. Deze verbinding heet de backbone. De uiteinden hiervan zijn niet met elkaar verbonden; ze zijn afgesloten door middel van een terminator. Het voordeel van een busstructuur is dat hij eenvoudig uit te breiden is. Ethernet (coax) en Appletalk zijn voorbeelden van een busnetwerk. Het gezamenlijk gebruiken van dezelfde kabel heeft een aantal belangrijke consequenties, waarvan de belangrijkste is dat een kabel slechts één boodschap kan verwerken. Ieder werkstation in het netwerk dient dus te weten wanneer er wel en geen data verstuurd kan worden. Ethernet maakt hiervoor gebruik van de methode Carrier Sense Multiple Access/Collision Detection (CSMA/CD). Ook betrouwbaarheid is een probleem. Gebruik maken van één kabel in een segement heeft tot gevolg dat bij onderbreking of uitval van de kabel het hele segment 'plat' komt te liggen. Er zijn gelukkig tegenwoordig ook No-Break systemen. De elektrische signalen worden tegenwoordig ook verstuurd door middel van lichtsignalen via glasvezelkabels.

Bustopologie

  • Busnetwerk
Een netwerktopologie waarbij de aangesloten computers met elkaar via één enkele verbinding communiceren. Deze verbinding heet de backbone. De uiteinden hiervan zijn niet met elkaar verbonden; ze zijn afgesloten door middel van een terminator. Het voordeel van een busstructuur is dat hij eenvoudig uit te breiden is. Ethernet (coax) en Appletalk zijn voorbeelden van een busnetwerk. Het gezamenlijk gebruiken van dezelfde kabel heeft een aantal belangrijke consequenties, waarvan de belangrijkste is dat een kabel slechts één boodschap kan verwerken. Ieder werkstation in het netwerk dient dus te weten wanneer er wel en geen data verstuurd kan worden. Ethernet maakt hiervoor gebruik van de methode Carrier Sense Multiple Access/Collision Detection (CSMA/CD). Ook betrouwbaarheid is een probleem. Gebruik maken van één kabel in een segement heeft tot gevolg dat bij onderbreking of uitval van de kabel het hele segment 'plat' komt te liggen. Er zijn gelukkig tegenwoordig ook No-Break systemen. De elektrische signalen worden tegenwoordig ook verstuurd door middel van lichtsignalen via glasvezelkabels.

Bypass switch

Indien van een FDDI-knooppunt of -apparaat de netspanning wordt uitgeschakeld, zorgt de bypass switch ervoor dat de ring geen onderbreking heeft.