TCP/IP addressing - Computerwoorden.nl: Een begrip in de ICT!
computerwoorden.nl
TCP/IP addressing
Printlijst:
Home | Sitemap | Zoektips |

TCP/IP

Hardwareadres

  • HWA
Het adres dat bij TCP/IP-netwerkcommunicatie voor adrestoewijzing wordt gebruikt. Dit is het getal dat de fabrikant aan de netwerkkaart heeft toegekend.

HDR

  • High Data Rate
Draadloze internet toegangs technologie welke geoptimaliseerd is voor packet data services, die gebaseerd zijn op het IP-protocol. De techniek zorgt voor een draadloze verbinding tussen bijvoorbeeld een mobiele telefoon en een laptop.

Herhaalde naamquery

Een query die wordt uitgevoerd tussen naam-servers om bepaalde namen te kunnen omzetten in IP-adressen.

HINFO-record

  • Host Information Record
DNS-record. Informatie over een computer-type en besturingssysteem. Deze informatie wordt tegenwoordig eigenlijk niet meer opgegeven omdat ze vaak misbruikt wordt door hackers en verder weinig nut heeft.

Home address

  • Thuis-adres
Dit is het vaste adres dat de node heeft op het moment dat hij niet op reis is. IPv6 biedt ondersteuning voor mobiliteit, waardoor het mogelijk is dat een node rondreist en toch altijd op het netwerk waar hij zich bevindt gegevens kan versturen en ontvangen. Het principe is eenvoudig, een node is altijd voorzien van een thuis-adres. Als een node wel op reis is, kan hij door middel van ICMP-pakketjes bepalen op welk netwerk hij op dat moment is en ervoor zorgen dat hij de benodigde adresinformatie krijgt toebedeeld. Dit wordt dan weer doorgegeven naar de home agent, het apparaat dat op het netwerk verwantwoordelijk is bij te houden waar een mobiele node zich op een bepaald moment bevindt.

Host

Een computer met een netwerkadapterkaart die geconfigureerd is voor het gebruik van TCP/IP. Een host kan bijvoorbeeld een Windows NT-server of een Unix werkstation zijn, of een van de vele routers die worden gebruikt om informatie door te sturen van het ene netwerk naar het andere. Hoewel de term host hier wordt gebruikt voor elk apparaat dat is geconfigureerd voor toegang van een TCP/IP-netwerk, wordt deze term ook gebruikt om onderscheid tussen DNS-namen en NetBIOS-namen aan te geven. www.microsoft.com is bijvoorbeeld een hostnaam, terwijl SERVER2 een NetBIOS-naam is. Toch worden beide computers in een TCP/IP netwerk als hosts beschouwd. Dit kan enige verwarring veroorzaken. Meestal kunt u de betekenis van de term host echter wel afleiden uit de context.

Host

Elke computer die is aangesloten op het internet met een IP-nummer. Zo zijn alle computers, die met een vaste verbinding op het Internet zijn aangesloten, hosts. In het geval met een modem contact wordt gelegd met het internet is de computer een host zolang de verbinding actief is en de computer een IP-nummer heeft toegewezen gekregen door de server waarop wordt ingebeld.

Host-id

Het gedeelte van het IP-adres dat een computer binnen een bepaald netwerk identificeert.

Hostnaam

Elke host op een TCP/IP-netwerk moet beschikken over een uniek IP-adres. Er kan alleen communicatie plaatsvinden tussen de lokale computer en een externe computer als de lokale computer het IP-adres van de externe computer weet. IP-adressen zijn echter vrij lang en de meeste mensen kunnen ze slecht onthouden. Daarom worden er gebruikersvriendelijkere namen gebruikt om TCP/IP-hosts aan te duiden, zoals 'computer1' en 'server2'. Dergelijke namen zijn gemakkelijker te onthouden dan een getal als 128.98.121.11. Door het gebruik van gebruikersvriendelijke namen is het een stuk makkelijker geworden om TCP/IP-hosts te identificeren. Hostnamen zijn ook handig omdat zij u de mogelijkheid bieden een computer te vinden en identificeren zonder dat u op de hoogte hoeft te zijn van de fysieke locatie of het IP-adres van die computer. Zoals u weet is het IP-adres van een computer verbonden aan de fysieke locatie in het netwerk. Als een computer van het ene subnet of netwerk naar het andere wordt verplaatst, moet het IP-adres van de computer worden gewijzigd. Als dat niet wordt gedaan, is de communicatie via TCP/IP niet langer mogelijk. Als u een hostnaam gebruikt om computers te identificeren merkt de eindgebruiker er niets van als het IP-adres van een computer wordt gewijzigd.

Hostnaamomzetting

Standaardproces hostnaamomzetting voor TCP/IP-clienttoepassingen zoals PING, Telnet en FTP:
  1. Opdracht (PING doel)
  2. Raadpleegt de lokale hostnaam.
  3. Raadpleegt de lokale HOSTS-bestand
  4. Voert een check uit op de locale DNS-server.
  5. Raadpleegt de lokale NetBIOS naamcache.
  6. Voert een check uit op de lokale WINS-server.
  7. NetBIOS-naam query broadcast op het netwerk.
  8. Raadpleegt de lokale LMHOST-bestand.

HOSTS troubleshooting

Als er bij een opdracht PING de host niet wordt bereikt met behulp van het HOSTS-bestand, kan de volgende oorzaken het probleem zijn:
  1. Het HOSTS-bestand staat in de verkeerde directory. Zoals u weet moet het HOSTS-bestand op de Windows NT-host zich bevinden in de volgende directory: systeemhoofddirectory\system32\drivers\etc. Die directory bevat een voorbeeldbestand. Als u dat bestand gebruikt om uw eigen HOSTS-bestand te maken, moet u de extensie SAM verwijderen. Zorg er ook voor dat de editor die u gebruikt geen extensie aan het bestand toevoegt.
  2. Het HOSTS-bestand bevat verscheidene vermeldingen voor een bepaalde hostnaam en bij de eerste hostnaam in het bestand wordt een onjuist IP-adres vermeld. Als het HOSTS-bestand vaak wordt bijgewerkt, kan het snel groeien. Daardoor is het mogelijk dat een bepaalde host verschillende keren voorkomt in hetzelfde bestand. In dat geval wordt de eerste vermelding van de hostnaam gebruikt om het IP-adres te achterhalen, ongeacht of het IP-adres dat aan die naam gekoppeld juist is of niet. Als u een vermelding toevoegt aan een groot bestand, kunt u het best eerst met de opdracht Zoeken controleren of de vermelding al voorkomt in het bestand, en zo ja, of die vermelding correct is.
  3. De vermelding in het HOSTS-bestand bevat een onjuist IP-adres of een spelfout. Dit is een van de lastigere problemen. U kunt de opdracht Zoeken in Kladblok (of een andere teksteditor) gebruiken om de foutieve vermelding te zoeken en te verbeteren.

HOSTS-bestand

Het HOST-bestand is een eenvoudig tekstbestand (dat werd gebruikt voor de komst van DNS) dat hostnaamomzetting biedt op een computer-per-computer basis. (Dit houdt in dat elke regel in het bestand de hostnaam en het bijbehorende IP-adres van één computer bevat). TCP/IP probeert de gewenste toewijzing te vinden door het bestand regel voor regel te lezen. Het bestand kan afzonderlijk op elke computer worden onderhouden of op een centrale locatie. In dat laatste geval wordt er bij het starten van een computer steeds een kopie van het bestand op die computer geplaatst. Dit bestand moet steeds opnieuw worden aangepast als er een wijziging in de IP-adressering van een host plaatsvindt. Alle regels in het HOSTS-bestand bevatten links een IP-adres gevolgd door ten minste een spatie en rechts de bijbehorende hostnaam (namen0 of FQDN('s). De regels in dit bestand mogen niet meer dan een IP-adres bevatten, maar er mogen wel verschillende aliassen op een regel staan. Als het bestand is geconfigureerd voor naamomzetting, wordt het elke keer als er een naam moet worden omgezet regel voor regel gelezen, van boven naar beneden. Als u namen die u veel gebruikt bovenaan in het bestand zet, verloopt de naamomzetting dus sneller. Het HOSTS-bestand bevindt zich in de directory systeemhoofddirectory\system32\drivers\etc. U kunt het bestand bijwerken met een standaardteksteditor, zoals Kladblok (Notepad). Zorg ervoor dat u het bestand niet opslaat met een van de standaard extensies die veel programma's toevoegen aan een bestand. In Kladblok kunt u een bestand zonder extensies opslaan door dubbele aanhalingstekens rond de bestandsnaam te plaatsen (bijvoorbeeld "HOSTS").

HTTP

  • HyperText Transport Protocol
Een protocol voor het transporteren van hypertext-documenten oftewel HTML-bestanden. Gebruikt door een web-server. Dit protocol wordt gebruikt om een internet-pagina in te laden en te bekijken. Een volledig internet adres begint dan ook altijd met "http://" bijvoorbeeld: "". Bij de meeste moderne browsers gaat dit echter automatisch en kun je "http://" weg laten. HTTP versie 1.0 is gedefinieerd in RFC 1945, de opvolger 1.1 in RFC 2068.
HTTP-statuscodes.
HTTP-statuscodes.

HWA

  • Hardwareadres
Het adres dat bij TCP/IP-netwerkcommunicatie voor adrestoewijzing wordt gebruikt. Dit is het getal dat de fabrikant aan de netwerkkaart heeft toegekend.