Novell woordenboek - Computerwoorden.nl: Een begrip in de ICT!
computerwoorden.nl
Novell woordenboek
Printlijst:
Home | Sitemap | Zoektips |

Novell

Bestandsattributen Novell NetWare

Naast groepsrechten kunnen ook bestandsrechten toegekend worden, dit heten dan geen rechten maar attributen. In het volgende overzicht staan alle attributen met de betekenissen:

  1. A (Archive Needed)
    Dit attribuut wordt automatisch geplaatst als een bestand gewijzigd is. Dit is een attribuut dat bijvoorbeeld nodig is voor een backup-bestand.
  2. RO (Read Only)
    Alleen lezen van het bestand, deze kent ook automatisch Delete Inhibit en Rename Inhibit.
  3. DI (Delete Inhibit)
    Het bestand kan niet worden gewist, dit wordt automatisch aangezet bij read-only bestanden.
  4. RI (Rename Inhibit)
    Het wijzigen van de naam van het bestand is niet mogelijk.
  5. X (Execute only)
    Dit bestand kan alleen worden uitgevoerd, kan niet worden gekopieerd.
  6. H (Hidden)
    Dit bestand is verborgen voor alle gebruikers.
  7. I (Indexed)
    Dit wordt geplaatst bij grote bestanden, de server zal deze bestanden hierdoor sneller vinden.
  8. P (Purge)
    Na het wissen met DEL wordt dit bestand definitief verwijderd, dit kan niet teruggehaald worden.
  9. S (Shareable)
    Dit bestand kan door meerdere gebruikers tegelijkertijd worden geopend.
  10. Sy (Systeem)
    Systeembestand, dit mag niet worden gekopieerd, verwijderd of gewijzigd.
  11. T (Transactional)
    Gebruikt het NetWare Transaction Tracking System, een wijziging wordt geheel afgewerkt of helemaal niet.

Bestandsbescherming

Bij Novell NetWare: bestands- en directory-attributen, gebruikersrechten gekoppeld aan gebruikers en groepen gebruikers, en het overgeërfde rechtenmasker (IRM, Inherited Rights Mask). In deze drie dingen staat beschreven wat de gebruikers mogen en niet mogen.

Bindery

Een database met netwerkobjecten, kenmerken en waarden voor kenmerken die in Novell NetWare 3.x netwerken wordt gebruikt. De objecten in de bindery omvatten gebruikers, groepen, fileservers, afdrukwachtrijen en afdrukservers. De kenmerken van elk object zijn de definiërende karakteristieken van het object, zoals de volledige naam van een gebruiker, het wachtwoord, de account-restricties en de trustee-toekenningen. De waarden voor de kenmerken van elk object worden opgeslagen in de bindery. NetWare 4 heeft de bindery vervangen door de NDS, maar biedt nog wel een bindery-emulatiemodus, waardoor terugwaartse compatibiliteit met de bindery-toepassingen bestaat.